Je kunt de Jura doorkruisen per fiets, per paard, te voet, op sneeuwrackets, of, zoals ik deed: op langlaufskies. De GTJ voor skis-de-fonds is een 180km. lang en een aanrader voor iedereen die wintersport met stilte en natuurbeleving wil combineren. Mocht je, na de onderstaande impressie te hebben gezien, wel oren hebben naar zo’n onderneming, dan bied ik me bij voorbaat aan als gids en reisgezelschap. Want de GTJ is voor herhaling vatbaar!
Opvallend is de uitgestrektheid en de stilte, hoewel de route onvermijdelijk ook wintersportoorden kruist. Het geheel speelt zich af op de grens tussen Zwitserland en Frankrijk en slechts door voortdurende mededelingen op de prepaid ‘portable’ kom je er achter in welk land je nu eigenlijk zit.
Op gezette plekken zijn er in de route overnachtingsmogelijkheden. De ervaring leert, dat deze het best gereserveerd kunnen worden. Niet omdat er zoveel trekkers zijn, integendeel: ik ben er geen tegengekomen, maar omdat een aantal gîtes of chambres d’hôtes niet open blijken te zijn, waar dat wel in het gidsje over de ‘hébergements’ wordt vermeld. En zo kun je letterlijk van een koude kermis thuis komen.
Het moet overigens worden gezegd dat de bewoners van dit voor het merendeel zeer dun bevolkt gebied uiterst vriendelijk, gastvrij en behulpzaam zijn. Zo was een drukbezette vrouw een half uur bezig stad en land af te bellen, om voor mij een overnachting te regelen, terwijl ik inmiddels chocola-chaud op haar tafelkleed knoeide. Van betaling wilde ze niet weten: ‘ce cas est exceptionel’. We mogen voor haar hopen dat ze van die uitzondering geen regel maakt.
De route is over het algemeen goed aangegeven, maar doordat hij, vanwege z’n lengte, door verschillende ‘communes’ wordt beheerd, is enige wisselvalligheid hem niet vreemd. Probleem is dat nergens – ook niet op kaart of in gidsje – duidelijk staat aangegeven hoe de route precies loopt. Zolang e.e.a. met oranje bordjes ‘GTJ’ wordt gemarkeerd vormt dit geen enkel probleem. Maar het komt voor dat deze ineens mankeren en dat je het zelf maar moet uitzoeken. Avonturiers zullen dit facet van de tocht toejuichen en het brengt je inderdaad mogelijk in uitzonderlijke situaties, maar e.e.a. verdraagt zich niet met een strakke planning, zoals die moet plaatsvinden om een nachtelijk onderkomen te waarborgen.
En hoe keurig het ook is dat hier en daar staat aangegeven dat de route een weggetje kruist, het komt ook voor dat dit niet wordt vermeld, hetgeen ervoor zorgdroeg dat uw verslaggeefster met enige vaart een afdaling naar Hôpiteaux-Neufs ondernam, die eindigde in een asfaltweggetje, dat als zodanig niet herkenbaar was door een dun laagje sneeuw. Zo dun, echter, dat de skies weigerden te glijden, waarop de kin in onzachte aanraking met het asfalt kwam…
Bovenstaande kanttekeningen zijn echter slechts accenten bij een fantastisch verzorgde route, die op grote stukken eenvoudig te volgen is, omdat hij is platgewalst.
Waar je vroeger in wintersportgebieden ‘loipes’ zag: twee sporen, voor elke skie één, wordt de GTJ gekenmerkt door een brede strook, met de ouderwetse loipe aan de zijkant. Dat heeft te maken met het feit dat de langlauftechniek ingrijpend veranderd is: men schaatst als het ware op de skies en heeft daardoor een breed vlak nodig. Als je goed kijkt zie je de sporen van zo’n schaatsende langlaufer op bovenstaande foto. De techniek zorgt ervoor dat er veel meer snelheid kan worden gemaakt, anderszins is het dragen van een rugzak van enig gewicht, zoals dat nodig is bij een trektocht, niet goed te combineren met deze dynamische beweging en bovendien is het nodig dat de sneeuw is platgewalst, want in diepe sneeuw begin je op deze manier niks.
En daar het, als het ’s nachts heeft gesneeuwd, of als de piste-machine het heeft laten afweten, tijdens de route met enige regelmaat voorkomt dat er gespoord moet worden, ben je als GTJer aangewezen op de oude langlauftechniek. Je voelt je in de iets drukkere gebieden soms wel een stoomtrein tussen de hoge snelheidstreinen, maar dat mag niet hinderen. E.e.a. heeft als consequentie, dat er per dag, afhankelijk van omstandigheden en conditie, niet meer dan 20 à hooguit 30 km. kan worden afgelegd. De dagen zijn ’s winters nu eenmaal niet lang en voor je het weet is het donker.